Gratis bezorgd binnen NL vanaf € 20,-
Meest complete NT2-assortiment
Wereldwijde verzending
Door drukte bij de klantenservice kunnen de wachttijden langer zijn dan normaal. Excuses voor het ongemak.
×
Terug naar overzicht De nieuwe wet inburgering: 3 obstakels en hoe ze te overwinnen

De nieuwe wet inburgering: 3 obstakels en hoe ze te overwinnen

1 januari 2022 trad de nieuwe Wet inburgering in werking; een spannend moment met veel veranderingen. Hoe gaat het straks allemaal en wat is de impact op mijn taallessen? Dat waren de grote vraagstukken waar iedere NT2-docent ineens voor stond. Nu, een jaar na dato blijkt dat landelijk nog geen 20% van de gekoppelde statushouders daadwerkelijk is gestart in het nieuwe inburgeringstraject (Les, 224, december 2022). De verwachting is dat de wet het komende jaar steeds merkbaarder gaat worden.

 

Tijd om de plaats van de NT2-docent eens onder de loep te nemen. Want dat het vak gaat veranderen is zeker, er komen nieuwe taken en het doel verschuift naar arbeidsparticipatie. Wat betekent dit voor jou als docent en wat betekent het voor je lespraktijk? We bespreken de grootste veranderingen, bekijken de obstakels én geven je handvatten om ze te overwinnen.

Nieuwe Wet inburgering, nieuwe kansen

Eerst even terug naar het begin. Wat was ook alweer de insteek van de nieuwe Wet inburgering? De wet beoogt dat inburgeraars zo snel en volwaardig mogelijk meedoen in de maatschappij, het liefst via onderwijs en betaald werk. Een compleet overzicht van alle veranderingen vind je in het NT2 Dossier. De drie grote veranderingen zijn:

 

  • Regie terug bij de gemeente;
  • B1 is de nieuwe norm;
  • De nadruk ligt op participatie.

 

Het is goed om deze veranderingen in het juiste perspectief te plaatsen. Want hoe ingewikkeld iedere verandering ook is, het biedt een hoop kansen. De nieuwe wet legt een hernieuwde nadruk op participatie. Bovendien zijn er verschillende nieuwe routes om te kunnen inburgeren. Dat geeft cursisten een ruimere mogelijkheid om het eigen doel op het juiste niveau te bereiken.

 

Ook de combinatie van werk, studie en taal verwerven is veelbelovend. Dat betekent niet dat het makkelijk zal zijn, integendeel, het is een zware taak, maar het is ook erg noodzakelijk en bevredigend. Bovendien is het goed om te blijven relativeren. Want waar de wetten, regels en voorschriften veranderen, blijft de kern voor de NT2-docent hetzelfde: mensen met een zeer diverse achtergrond helpen met taal verwerven en participeren in de samenleving.

 

De regie bij de gemeenten

Tot 1 januari 2022 was de inburgeraar zelf verantwoordelijk voor het inburgeringstraject. In de nieuwe wetgeving is het de gemeente die als taak heeft de wet uit te voeren. De wet geeft kaders mee, maar de gemeente vult hem naar eigen inzicht in.

 

In de praktijk kan dit zorgen voor grote verschillen tussen gemeenten. De nieuwe Wet inburgering is daarnaast een adaptieve wet, wat betekent dat de wet de komende jaren nog een beetje kan veranderen aan de hand van ervaringen en voortschrijdend inzicht. Dat klinkt alles bij elkaar misschien ingewikkeld, maar het brengt ook voordelen met zich mee. Zo sluit de uitvoering zoveel mogelijk aan bij lokale omstandigheden en worden logge bureaucratische machines voorkomen.

 

Obstakels voor de NT2-docent

Wat zijn dan de obstakels voor jou als NT2-docent? Ten eerste kan het voorkomen dat de gekozen leerroute in de praktijk niet de juiste keuze blijkt te zijn voor de cursist. Een cursist die de B1-route volgt kan na 600 uur les eventueel afschalen naar A2. Binnen anderhalf jaar kan een cursist ook overschakelen van de Z- naar B1-route of omgekeerd.

 

Hierin ligt voor de NT2-docent een belangrijke taak. Zo’n beslissing is een grote verantwoordelijkheid die niet op observatie en inzicht van de docent alleen te nemen valt. Denk eraan om toetsen in te zetten om je observaties te ondersteunen. En zorg ervoor dat je goed contact hebt met de taalschool of de klantbegeleider, zo kun je op tijd eventuele moeilijkheden samen bespreken.

 

De grote nadruk die in de B1-route op de uitstroom naar werk ligt, betekent bovendien dat een groot deel van het inburgeringstraject afhankelijk zal zijn van de expertise en de beschikbare tijd van de klantmanager en de situatie op de werkvloer zelf. Realiseer je dus dat je niet alles op je schouders kan dragen. Een inburgeringstraject wordt ingericht door heel veel verschillende partijen. Het enige wat je kunt doen, is jouw deel zo goed mogelijk uitvoeren en zorgen dat je openstaat voor samenwerking en overleg.

 

De nieuwe inburgeringsroutes

Een tweede belangrijke verandering zijn de gewijzigde inburgeringsroutes. In de nieuwe Wet inburgering zijn er drie nieuwe routes:

 

  • de B1-route, gericht op inburgering en de arbeidsmarkt;
  • de onderwijsroute, gericht op inburgering en toegang tot het reguliere onderwijs om een Nederlands diploma te kunnen halen;
  • de Z-route, gericht op zelfredzaamheid en (arbeids)participatie.

 

De B1-route wordt de norm (via de onderwijsroute of de B1-route). Dit heeft op meerdere manieren invloed op de lesinhoud en aanpak in de les. Om niveau B1 te halen zal bijvoorbeeld de intensiteit van de lessen moeten toenemen. Daar komt bij dat de groepen steeds diverser zullen worden. Dit komt onder andere door het nieuwe Plan Inburgering en Participatie (PIP) dat voor iedere inburgeraar persoonlijk wordt vastgesteld. Het doel is om zoveel mogelijk maatwerk te leveren. Het plan bevat de leerroute en licht toe op welke manier de inburgeraar hieraan moet voldoen.

 

Daar ligt de uitdaging voor jou als NT2-docent, want hoe meer aspecten er bij een intake worden betrokken, hoe heterogener de groep automatisch wordt. Het voordeel is echter dat de gemeente verantwoordelijk is voor dit plan, en dat er een intake of leerbaarheidstoets aan voorafgaat. De intake wordt je uit handen genomen en je start ieder traject met een helder plan met duidelijke doelstellingen die jou houvast kunnen bieden.  

 

Het gevolg is dat je goed moet kijken naar de inrichting van je lessen en je eigen competenties. Hoe druk je het ook hebt, maak tijd voor je eigen bijscholing. Werk je voor een school of taalinstelling? Zij hebben vaak een uitgebreide bibliotheek beschikbaar. Ook zijn er vaak budgetten beschikbaar voor het volgen van bijscholing of het aanschaffen van extra materialen. Je kunt er ook denken aan het inzetten van het STAP-budget voor het volgen van een verdiepende cursus.

Meer tips voor het lesgeven aan heterogene groepen
  1. Bouw tijd in voor het plannen van je lessen. Er zijn verschillende modellen die je kunnen helpen bij het plannen van je lessen, zoals het VUT-model.
  2. Differentiëren wordt belangrijker dan ooit. De samenstelling van de klassen zal gevarieerder worden en het kan in theorie voorkomen dat je zowel ‘traditionele’ Staatsexamen I- of II-cursisten als anders-gealfabetiseerden in een groep hebt. Zorg ervoor dat je deze competentie goed beheerst en je voldoende werkvormen paraat hebt.
  3. Denk goed na hoe je verschillende groepen in je klas indeelt. Je kunt bijvoorbeeld een indeling maken in langzaam/midden/snel lerende cursisten, maar ook de invulling van participatie kan tot andere keuzes leiden, bijvoorbeeld richting een specifieke branche.
  4. Start met projectmatig werken, hiermee vergroot je de zelfstandigheid van de cursist in een vroeg stadium en zo hou jij toch de tijd over voor de nodige één-op-één momenten.
  5. Zoek elkaar op en deel tips met elkaar. De NT2 Community kan hier uitkomst bieden.

 

Wil je jezelf goed voorbereiden op de heterogene groepen in het nieuwe inburgeringstraject? In het Praktijkboek NT2 staan veel praktische handvatten. In het NT2-Cahier Differentiëren leer je in tien eenvoudige en praktische stappen hoe je succesvol kunt differentiëren in jouw heterogene klas. In het NT2-cahier Projectmatig werken in het NT2 onderwijs vind je veel diverse en leuke projecten.

Participatie: probleem of uitdaging?

De nieuwe wet focust op participatie; het is de bedoeling dat inburgeraars zo snel en volwaardig mogelijk meedoen in de maatschappij, het liefst via onderwijs en betaald werk. Het draait niet enkel om het leren van de taal. Cursisten die de Z-route bewandelen moeten bijvoorbeeld naast hun 800 uur taal ook 800 uur praktijk volgen. Maar ook de andere routes zijn duaal en er ligt meer en meer de nadruk op praktijkgericht lesgeven. De taalles is op de praktijk gericht en in de praktijk is er sprake van een rijke taalleeromgeving. Ook dat betekent voor een docent een andere werkwijze.

 

Je kunt dit zien als een probleem of juist als een uitdaging. Het vergt in ieder geval andere competenties. De docent moet bijvoorbeeld steeds een concrete verbinding leggen tussen de leerstof en de context buiten de les. Hierin ligt ook een kans. Cursisten worden zo namelijk gedwongen om het geleerde eerder in praktijk te brengen. En hoe meer er in de praktijk wordt geoefend, hoe sneller de cursist vooruitgang boekt. En dat is weer van groot belang voor de motivatie van de cursist.

Tips voor praktijkgericht werken in en buiten de NT2 les

Drie tips of werkvormen voor praktijkgericht werken in de NT2 les:

 

  1. Laat cursisten competentiegericht leren. Sluit bij de keuze van inhoudelijke onderwerpen zoveel mogelijk aan op wat de cursisten nodig hebben in hun dagelijks leven en doelsituaties buiten de les.
  2. Maak gebruik van authentiek materiaal uit de leefomgeving van de cursisten.
  3. Start met projectmatig werken. Hiermee maak je differentiëren mogelijk én je kunt een project kiezen dat aansluit op werk.

 

Drie tips of werkvormen voor praktijkgericht werken buiten de NT2 les:

 

  1. Plan in de les momenten in om vooruit te blikken en terug te kijken op wat de cursist in de praktijksituatie gaat doen of heeft gedaan. Zo zorg je ervoor dat je grip houdt op de praktijk, bij kunt sturen en de groei kunt blijven stimuleren. 
  2. Werk met een portfolio met praktijkgerichte opdrachten die je kunt meegeven aan de cursisten. Dit zorgt ervoor dat de voortgang visueel wordt.
  3. Plan tripjes om bij elkaar op het werk op bezoek te gaan. Degene die aan de beurt is, geeft een rondleiding in het Nederlands en vertelt wat over het bedrijf.

Een stevige basis

Het is belangrijk om goed op de hoogte te zijn van alle wetten en regels en de lokale uitvoering ervan. Zo kun je jezelf steeds opnieuw afvragen wat jouw rol precies is en wat jouw verantwoordelijkheden zijn. Het stelt je in staat om zoveel mogelijk je eigen pad volgen in de NT2-les, een waardevolle gesprekspartner te zijn en nieuwe ontwikkelingen bij te blijven houden.

 

Voor een stevige basis is het Praktijkboek NT2. Handleiding taal en inburgering een must. Het boek behandelt alle aspecten van de nieuwe wet inburgering en beschouwt uitgebreid de rol van docent. Het boek heeft als doel praktische handvatten te geven om deze klus te klaren en bevat dan ook, naast alle nodige informatie, veel werkvormen en tips voor beginnende én ervaren NT2-docenten.

 

Wil je verder praten over dit onderwerp? De komende tijd gaat dit onderwerp steeds meer spelen. Omdat we weten dat er nog steeds veel vragen zijn gaan we graag met je in gesprek in de NT2 Community. Hier kunnen jullie al je vragen stellen en tips en ervaringen delen.