Hoe ontwikkel je effectief beleid en schrijf je een beleidstekst die dat beleid helpt realiseren? Hoe kom je snel to the point en overtuig je de kritische lezers? Check je beleidstekst biedt je een no-nonsense aanpak om vraaggericht te schrijven en je kernboodschap helder en overtuigend te presenteren.
In deze volledig vernieuwde editie lees je nog meer over de context van het schrijven voor beleid, de formulering van de centrale vraag en het strategisch taalgebruik.
Check je beleidstekst onderscheidt zich door een praktijkgerichte aanpak, met veel voorbeelden en tips. Een onmisbaar hulpmiddel voor beleidsmedewerkers, projectleiders, managers en iedereen die in korte tijd een beleidstekst met impact wil opstellen.
In deze serie verschenen ook de succesvolle schrijfgidsen Check je e-mail en brief, Check je tekst, Check je presentatie, Check je webtekst en Check je column.
Inleiding 8
1 Sluit aan bij de beleidscyclus 10
1.1 D e schijf van vijf: fasen in de beleidscyclus 10
1.2 Fase 1, agendavorming: het onderwerp op de beleidsagenda krijgen 13
1.3 Fase 2, beleidsvoorbereiding: het beleid ontwikkelen 14
1.4 Fase 3, beleidsbepaling: keuzes maken over beleid 15
1.5 Fase 4, uitvoering: het beleid implementeren 16
1.6 Fase 5, evaluatie: de effectiviteit van het beleid beoordelen 16
1.7 Verschillende fasen in één tekst? 17
2 Bepaal je uitgangspunten 18
2.1 Bepaal de uitgangspunten voor je beleid 18
2.1.1 Ken het beleidsdoel 18
2.1.2 Ken het krachtenveld 20
2.1.3 Welke oplossing is de beste? Effectieve beleidsmiddelen kiezen 24
2.2 Bepaal de uitgangspunten voor je tekst 26
2.2.1 Ken het tekstdoel 27
2.2.2 Ken je lezer 28
2.2.3 Ken de randvoorwaarden van je tekst 29
3 Formuleer de centrale vraag van je tekst 30
3.1 Vier soorten centrale vragen 30
3.2 Schrijf vanuit de centrale vraag 34
4 Bepaal de opbouw van je tekst 37
4.1 Gebruik een format als basis 40
4.2 Orden je tekst in hoofdstukken en paragrafen 40
5 Schrijf een concept 43
5.1 De inleiding: leid de lezer binnen 44
5.2 De conclusie: beantwoord de centrale vraag 47
5.3 De alinea: doseer je informatie 49
5.4 Bied je lezer overzicht: verduidelijk de hoofdlijn 53
5.4.1 Praat je tekst aan elkaar 54
5.4.2 Kies informatieve titels en tussenkoppen 55
5.4.3 Benoem het verband 57
5.4.4 Voeg een samenvatting toe 59
6 Versterk je argumentatie 62
6.1 Overtuig met feiten 63
6.2 Overtuig met een goed opgebouwde argumentatie 64
6.3 Overtuig met retorische middelen 68
6.4 Overtuig met framing 71
6.4.1 Appelleer aan de waarden van je doelgroep 72
6.4.2 Kies de woorden die het gewenste beeld oproepen 72
6.4.3 Gebruik sturende beeldspraak 73
6.4.4 Wees voorzichtig met ontkenningen 73
6.4.5 Positief of negatief presenteren: kies bewust 74
6.4.6 Kies je eigen woorden: herhaal niet het frame van de tegenstander 75
6.4.7 Hoe concreter, hoe beter 75
6.4.8 Wees consistent en herhaal je frame 75
7 Verbeter je taalgebruik 77
7.1 Schrijf eenvoudig en beknopt 77
7.2 Schrijf levendig, concreet en begrijpelijk 80
7.3 Wees zuinig met jargon 87
7.4 Gebruik hedendaagse woorden 88
7.5 Strategisch formuleren 90
8 Werk je tekst af 94
8.1 Zorg voor blikvangers 94
8.2 Stel een literatuuropgave op 98
8.3 Voeg inhoudsopgave, voorwoord en bijlage toe 102
9 Checklist: hoe goed is je beleidstekst? 104
Bijlage 1: Formats voor beleidsteksten 107
1 Formats voor teksten in fase 1: agendavorming 108
2 Formats voor teksten in fase 2: beleidsvoorbereiding 109
3 Formats voor teksten in fase 3: beleidsbepaling 112
4 Formats voor teksten in fase 4: de uitvoering 114
5 Formats voor teksten in fase 5: beleidsevaluatie 115
Dankwoord 117
Register 118
Je hebt een zakelijk account nodig om dit product te kunnen bestellen. Je bent nu ingelogd met het e-mailadres: .
Wil je dit e-mailadres gebruiken voor je zakelijk account?
Ander e-mailadres gebruiken voor zakelijk account Huidig e-mailadres gebruiken voor zakelijk account