In het Antihandboek stelt Michel Onfray, zelf docent filosofie op een middelbare school, zeer eigentijdse, filosofische vragen over de wereld van vandaag. Hij heeft het verplichte leerprogramma van zijn leerlingen getransformeerd tot een reeks socratische lessen en hilarische alternatieven die het denken stimuleren.
Onderwerpen als masturbatie, hasjiesjrokers, kannibalisme, sport, politie én een bonte verzameling filosofen passeren de revue. Het Antihandboek is een schitterend tekstboek, rijk geïllustreerd met modern beeldmateriaal dat jong en oud aanspreekt.
Recensie NRC BOEKEN - Antihandboek voor de filosofie
Vrijdag 11 april 2003 door Martijn Meijer
`Moet je aan het begin van het schooljaar je leraar filosofie in brand steken?' Zo begint Michel Onfray (1959), zelf leraar filosofie op een technisch lyceum in Caen, zijn Antihandboek voor de filosofie. `Wacht er nog even mee. Gun hem in ieder geval de tijd te laten zien wat hij waard is.'
Michel Onfray: Antihandboek voor de filosofie. Vertaald door Marjolijn Stoltenkamp. Lemniscaat, 320 blz. €29,95
Onfray richt zich in zijn boek tot zijn leerlingen, die hij wil bewijzen dat filosofie niet saai en onbegrijpelijk hoeft te zijn. Filosoferen is een levenswijze, een oefening in onafhankelijk denken, en onontbeerlijk op een leeftijd dat de ideeën van je ouders hun geldigheid dreigen te verliezen. Maar niet alleen scholieren, ook volwassenen kunnen iets opsteken van deze heldere en licht provocerende introductie in de filosofie; het met strips en kleurenfoto's geïllustreerde boek was in 2001 een bestseller in Frankrijk.
`De slechtste leraar', schrijft Onfray, `is zonder twijfel de filosofische ambtenaar'. Dat is de docent die zich niet kan losmaken van het officiële leerprogramma, volgens hem de platoons-christelijke traditie en de predikers van een ascetische moraal. Onfray behandelt daarentegen vooral de marginale, subversieve filosofen, `die weten hoe ze moeten leven, lachen, eten en drinken, en die houden van de vriendschap en de liefde': de cynici uit het oude Griekenland (Diogenes), de libertijnse filosofen (Gassendi, De Sade) en de materialisten (Helvetius, Diderot).
Vele passages uit hun werken heeft hij opgenomen in zijn Antihandboek, dat in negen hoofdstukken alle gebieden van de wijsbegeerte bestrijkt. Uitgangspunt is steeds een onderwerp dat zijn leerlingen zou kunnen aanspreken, zoals dronkenschap, masturbatie en de autoritaire schooldirecteur.
Soms zie je de hedonistische en individualistische denkbeelden doorschemeren die Onfray al uiteenzette in De kunst van het genieten (1993) en Vulkanisch verlangen (2002). De genoegens van het lichaam en de vrijheid van de geest gaan wat hem betreft boven alles, al wil Onfray er natuurlijk niet van beschuldigd worden dat hij de jeugd bederft, zoals Socrates overkwam. Dus doet hij in zijn Antihandboek water bij de wijn: als hij in het ene hoofdstuk schrijft over het recht op verzet tegen de gevestigde orde, stelt hij daar in het volgende hoofdstuk tegenover dat wetten en een zekere vrijheidsbeperking noodzakelijk zijn om de samenleving in stand te houden. En op de bewering dat je tot pedofiel gemaakt wordt, volgt de uitleg dat seksuele afwijkingen `worden bepaald door de inhoud van je onbewuste, dat in de opdrachten die het geeft afhankelijk is van de informatie die het in je kindertijd heeft opgenomen'. Zo blijkt wel vaker achter een van zijn provocerende stellingen toch een vrij conventionele redenering schuil te gaan.
Je hebt een zakelijk account nodig om dit product te kunnen bestellen. Je bent nu ingelogd met het e-mailadres: .
Wil je dit e-mailadres gebruiken voor je zakelijk account?
Ander e-mailadres gebruiken voor zakelijk account Huidig e-mailadres gebruiken voor zakelijk account