Column Joeri Tijdink – Wat is eigenlijk een goede supervisor?
Wat is eigenlijk een goede supervisor?
Die vraag stelde ik aan mijn AIOS. Hij vond dat een goede supervisor veel weet. En bij voorkeur strooit hij die kennis uit over zijn AIOS als ware het poedersuiker over een pannenkoek. Ook was volgens mijn AIOS een goede supervisor iemand die niet bang is om iets voor te doen, zoals een therapeutisch gesprek, de leiding nemen in behandelingen of vervelende gesprekken voeren met collegae.
En toen hij de vraag ook aan mij stelde, dacht ik aan iets anders. Volgens mij is een goede supervisor iemand die een veilige leeromgeving creëert waarin een AIOS fouten durft te maken en daarop kan reflecteren. En toen ik het aan een van mijn promovendi vroeg, gaf die als antwoord dat een goede supervisor iemand is die snel terug mailt zodat je als promovendus weer verder kan.
Hier werd ik dus ook niet veel wijzer van, want blijkbaar moet een goede supervisor aan heel veel dingen voldoen, en dat is volgens mij een onmogelijke taak. Dat bracht mij op het idee om een paar prototypes met jullie te delen. Types die iedere AIOS tegen gaat komen in zijn opleiding zodat je als AIOS een beetje weet wat je kan verwachten. Dan kan het altijd meevallen. Want je moet goede en minder goede voorbeelden tegenkomen om te weten wat goede supervisie is en wat voor soort supervisor jij later wilt worden. En voordat je aantekeningen gaat maken bij deze column, het zijn uitersten en met enig gevoel voor understatement beschreven. Bovendien, het kunnen mannen of vrouwen zijn, dus als ik hij zeg dan bedoel ik ook zij, en als ik zij zeg bedoel ik hij. Nou goed, je snapt het wel. Daar gaan we dan.
- Verstrooide Shrink. Deze supervisor maakt van orde chaos, en van chaos nog meer chaos. Niet zelden zitten zijn kleren binnenstebuiten, zitten er gaten in schmutzige kleren, en bivakkeren er nog etensresten in zijn/haar baard of haren waarvan het niet duidelijk is of het voedsel van deze of vorige week is. Regelmatig komt de supervisor verdwaasd 15 minuten te laat een gesprek binnenlopen met een verwilderde blik. Hij vergeet je naam best wel eens, maar dat is niet uit verkeerde intenties. Verslaglegging? Daar heeft hij nog nooit van gehoord. Structurele diagnostiek? Onmogelijk. Gek genoeg lopen patiënten weg met deze verstrooide shrink. Hoe de verstrooide shrink contact maakt is eigenaardig. Hij zegt niet veel, maar als hij iets zegt komt er iets verrassend. Daar kun je veel van leren.
- De controlfreak. Dit is een supervisor die bij iedereen bevreesd is. Niet zozeer vanwege de strengheid, maar wel vanwege de controlebehoefte. Hij controleert je verslaglegging en alle huisartsbrieven worden voorzien van uitgebreide commentaren in rode letters. Erg secuur, erg anaal zoals Freud dat zou zeggen. Weinig ruimte voor spel in de spreekkamers, gesprekken moeten volgens een structuur lopen en als er iets niet gaat zoals het zou moeten gaan, is er paniek. Meestal neemt hij al snel het hele gesprek over. Dat is niets persoonlijks hoor. Gewoon een minder momentje van de controlfreak. Want vergeet niet, supervisoren zijn ook maar mensen. Tijdens zo’n paniekmomentje is het verstandig om rustig te blijven totdat de paniek wat meer is gaan liggen.
- De stresskip. Ook van de stresskip kun je veel leren. Het water staat hem aan de lippen. Er worden dingen niet afgemaakt, en omdat het niet af is, veroorzaakt het stress, veel stress. Er is angst om het niet goed te doen, onzekerheid over uiterlijk en innerlijk, en de stresskip deelt die belevingswereld uitvoerig met zijn AIOS als ware er geen hiërarchische relatie was. Roddelt net iets te veel over de collega-psychiaters tegen de AIOS, vaak om minderwaardigheidsgevoelens af te weren maar ook omdat het een kwebbelkous is. Mentaliserend vermogen schiet bij enige stress tekort. AIOS voelen zich thuis omdat er direct verbinding is, en het saamhorigheidsgevoel wordt gecultiveerd.
- De kritische betweter. Dit is de supervisor die het meest bevreesd is bij de AIOS, maar daarmee ook als een leermeester wordt gezien. Hij weet veel, toont die kennis te pas en te onpas en je voelt zijn kritische ogen in je rug als je in de nacht een beoordeling doet en je weet dat hij de achterwacht is. Zijn afkeurende blik of commentaar doet dan extra pijn omdat het lijkt alsof hij teleurgesteld is. Stelt dan vragen waar hij zelf het antwoord op weet, ter lering natuurlijk, maar het blijft een beetje gek. Opvallend mild en steunend als je kwetsbaarheid toont, iets wat maar weinig AIOS bij hem durven te tonen.
Wat moeten jullie nu met deze archetypes? Ik denk eigenlijk niet zoveel, totdat je ze tegenkomt, herkent en je een lichte glimlach niet kan onderdrukken. Je beseft, ze bestaan dus toch. En dan hoop ik dat je met een vrolijk gemoed de tekortkomingen van je supervisor zal verdragen, want er valt altijd wel iets te leren.
Deze column hoorde je eerder in aflevering 4 van de podcast Aios op de sofa. Benieuwd naar de hele aflevering over supervisie of naar de andere afleveringen? Luister ze hier terug!