Dit verhaal speelt zich ruim 150 jaar geleden af in Nederlands-Indië, in de tijd van de Nederlandse bezetting. Piranti groeit op in de paleisstad van de sultan. Ze speelt vaak met de prinsessen en merkt dat overal rangen en standen zijn. En dat zij niet de baas is over haar eigen toekomst. Piranti wil vrij zijn en besluit weg te lopen. Ze gaat wonen bij een Hollandse militair. In het begin is ze gelukkig. Maar langzaam ziet ze in dat ze een moeilijke weg is ingeslagen. Ze is niet getrouwd met de Hollandse man en hij erkent hun kinderen niet. Piranti, die nu Isah heet, moet belangrijke keuzes maken. Lukt het haar haar kinderen niet kwijt te raken?
Dido Michielsen beschrijft in dit boek een deel van haar eigen familiegeschiedenis. Hoofdpersoon Isah is gebaseerd op haar betovergrootmoeder.