De drie leerroutes
Financiering
Het kost geld om in te burgeren. Gezinsmigranten en overige migranten die over onvoldoende financiële middelen beschikken om een inburgeringscursus of -examen te betalen, komen in aanmerking voor een lening van maximaal 10.000 euro bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Voor statushouders vervalt deze mogelijkheid. In het nieuwe inburgeringsstelsel is de gemeente verantwoordelijk voor de invulling en bekostiging van hun volledige inburgeringsaanbod.
De B1-route
Deze route is gericht op het zo snel mogelijk beheersen van de Nederlandse taal op taalniveau B1 of hoger en het vergroten van het perspectief op de arbeidsmarkt.
De verwachting is dat het grootste deel van de inburgeringsplichtigen deze route zal doorlopen. De doelgroep is zeer divers en aan deze route zijn daarom geen minimum of maximum aantal lesuren toegekend.
Blijkt na aanzienlijke inspanning dat taalniveau B1 niet haalbaar is, dan is het mogelijk om (onderdelen van) het inburgeringsexamen op taalniveau A2 te doen.
Om de B1-route succesvol af te ronden, moet de inburgeringsplichtige slagen voor:
- Het taalexamen op taalniveau B1 of hoger, of na aanzienlijke inspanningen op taalniveau A2, op de onderdelen Lezen, Luisteren, Schrijven en Spreken
- Het examen voor de module Kennis van de Nederlandse Maatschappij (KNM)
De Onderwijsroute
Deze route is gericht op het zo snel mogelijk beheersen van de Nederlandse taal op taalniveau B1 of hoger en instroom in het regulier beroepsonderwijs of het wetenschappelijk onderwijs.
De Onderwijsroute is bedoeld voor inburgeringsplichtigen met een hoge leerbaarheid die gemotiveerd zijn om een opleiding te volgen. Er geldt geen formele leeftijdsgrens, maar deze route is vooral gericht op jonge inburgeringsplichtigen. De Onderwijsroute is een intensief programma van anderhalf tot twee jaar met ongeveer 1.500 lesuren, waarvan er 1.000 worden gereserveerd voor Nederlandse taalles en 500 voor andere vakken zoals Engels, rekenen en computervaardigheden.
Om de Onderwijsroute succesvol af te ronden, moet de inburgeringsplichtige slagen voor:
- Het taalexamen op niveau B1 of hoger op de onderdelen Lezen, Luisteren, Schrijven en Spreken
- Het examen voor de module Kennis van de Nederlandse Maatschappij (KNM)
Let op! Een diploma van de Onderwijsroute geeft niet automatisch toegang tot het reguliere beroeps- of wetenschappelijk onderwijs. Gemeenten dienen het programma opgenomen in het (PIP) af te stemmen op de vereisten van de vervolgopleiding.
Iedereen die moet inburgeren moet ook twee examens doen die gaan over kennis van de Nederlandse samenleving: het KNM-examen en de MAP.
De Zelfredzaamheidsroute
Deze route is gericht op het beheersen van de Nederlandse taal op een zo hoog mogelijk taalniveau, zodat deze doelgroep uiteindelijk zelfstandig kan deelnemen aan de Nederlandse samenleving.
Het streefniveau van de Z-route is het streefniveau A1. Deze leerroute is bedoeld voor inburgeringsplichtigen met een lage leerbaarheid waarvan wordt verwacht dat zij veel moeite zullen hebben met het leren van de Nederlandse taal. Dit zijn bijvoorbeeld inburgeringsplichtigen die in het land van herkomst weinig of geen scholing hebben gehad. Het programma bestaat uit twee delen: minimaal 800 uur Nederlandse taalles onder begeleiding van een NT2-docent en minimaal 800 uur aan participatieactiviteiten (dit is inclusief uren voor de Module Arbeidsmarkt en Participatie (MAP) en het Participatieverklaringstraject). Deze activiteiten worden ingevuld door gemeenten.
Om de Z-route succesvol af te ronden, vindt er een verplicht eindgesprek plaats met de gemeente. Op basis van dit gesprek beslist de gemeente of de inburgeringsplichtige heeft voldaan aan de opgestelde afspraken uit het (PIP).
Afwijken van de gekozen leerroute
Wanneer de inburgeringsplichtige onvoldoende of juist meer vooruitgang boekt dan op basis van het PIP wordt verwacht, kan de gemeente ervoor kiezen om af te wijken van de gekozen leerroute.
Dit kan tot anderhalf jaar na aanvang van de inburgeringstermijn. Ook kan er, na aanzienlijke inspanning, in de B1-route worden afgeschaald van niveau B1 naar niveau A2. De inburgeringsplichtige moet dan minimaal 600 uur taalles hebben gevolgd bij een aanbieder die is goedgekeurd door Blik op Werk (BoW) en gedurende de inburgering voldoende inzet hebben getoond om de Nederlandse taal te leren. De gemeente bepaalt zelf hoe wordt vastgesteld of de inburgeringsplichtige voldoende inspanning heeft geleverd. Wanneer de leerroute wordt gewijzigd of er binnen de B1-route wordt afgeschaald, moet er een nieuw PIP worden opgesteld. Afschalen is in de Onderwijsroute en in de Zelfredzaamheidsroute niet mogelijk.
Bron: Divosa, 2020. Wijzigingenoverzicht nieuwe Wet inburgering