Wat is het verschil tussen kus en zoen, of tussen immers en trouwens? Bent je gek met, gek op of gek van iets? Is het verschil tussen kous en sok gelijk aan het verschil tussen das en sjaal? En hoe zit het met frikadel en frikandel? De Nederlandse taal kent heel veel verwarrende woordparen. Maar woordenboeken geven lang niet altijd uitsluitsel. Soms is er geen betekenisverschil, vaak gaat het om subtiele verschillen in gebruik, stijl of schrijfwijze.
Van werkwoorden (beslissen – besluiten) tot zelfstandig naamwoorden (auteur – schrijver) en voorzetsels (waarschuwen voor – waarschuwen tegen), Jan Renkema neemt in het Verwarwoordenboek ‘een beperkte verzameling’ van ruim 500 woordparen onder de loep en ontwart ze aan de hand van voorbeelden met toelichting. Ooit een bokser gezien die in zijn boxer naast zijn trouwe boxer achter het stuur van zijn boxer zat?
Twijfel je of weifel je? Met het Verwarwoordenboek weet je het zeker. Ook geschikt voor het nachtkastje (in slaap komen/vallen) of voor de taalquiz ‘Maak het verschil’.