Anderstalige leerlingen op de basisschool: “Kijk naar wat er allemaal wél kan”
Jessica Hendriks is adjunct-directeur en locatieleider op basisschool De Regenboog in Den Haag. Deze school heeft 700 leerlingen, en ieder jaar stromen er negentig tot honderd kinderen direct vanuit het buitenland in. De school telt maar liefst 64 nationaliteiten, waardoor De Regenboog een diverse school is, waar iedereen welkom is. Wij spraken Jessica over de aanpak die deze anderstalige doelgroep nodig heeft.
Waar moet je beginnen met anderstalige kinderen in de klas?
“Als leerkracht kijk je naar de behoeften van de anderstalige leerlingen. Natuurlijk willen ze de taal leren, maar dat is een doel voor op de lange termijn. In het begin ligt de focus op basale zaken: de leerlingen moeten kunnen vragen of zij naar de wc mogen en aangeven wanneer zij zich niet lekker voelen. Pas als zij goed kunnen functioneren in de klas, kan het echte leerproces beginnen."
"Dat betekent ook dat de focus eerst moet liggen op de verbale vaardigheden zodat ze kunnen praten met hun klasgenootjes. Het schrift, dat komt later wel.”
Hoe communiceer je zonder dezelfde taal te spreken?
“Met communiceren kun je vanaf dag één al beginnen. Gebruik grote gebaren terwijl je praat en gebruik de ruimte om je heen om te verduidelijken. Leer de eerste woorden door plaatjes ervan te laten zien. Dat helpt heel goed. Focus ook hierbij op functionele woorden, die in de schoolse context vaak voorbijkomen, zoals ‘schrift’ en ‘boek’. Ook tellen en verschillende kleuren benoemen, zijn makkelijk aan te leren in de vroege fase.”
“Natuurlijk wil je ook wat meer de diepte ingaan. Je wilt weten hoe het met je leerlingen gaat. Door gesloten vragen te stellen vraag je van de anderstalige leerlingen geen spraakproductie, een ‘ja’, ‘nee’ of een gebaar voldoet, maar kom je wel wat over ze te weten. Zorg dat ze je begrijpen door gebaren te gebruiken."
Zorg dat ze je begrijpen door gebaren te gebruiken
"Lukt deze simpele communicatie nog niet goed, dan verraadt lichaamstaal ook een hoop. Loopt een leerling met de oren tussen de schouders, maakt hij weinig non-verbaal contact en is hij erg op zichzelf gericht? Dan weet je dat het niet goed gaat."
"Maar lichaamstaal kan soms misleidend zijn: het komt voor dat leerlingen er van de buitenkant heel boos uitzien, maar in werkelijkheid bang zijn, en hun emoties niet kunnen controleren. Niets is wat het lijkt, dus probeer altijd door te vragen naar de gevoelens van een leerling. We krijgen veel trainingen over dit soort gedragsproblematiek.”
Is het handig om vertaalapps te gebruiken voor de communicatie?
“Het is een luxe dat je tegenwoordig toegang hebt tot allerlei vertaalapps. Zeker in het begin is het een redmiddel. Ook als je weet dat een leerling slechts tijdelijk in Nederland verblijft, kan de vertaalapp een oplossing zijn. Maar als een leerling permanent in Nederland blijft, dan moet je op een gegeven moment stoppen met vertalen, want de kennis van de moedertaal ontwikkelt zich niet meer verder. Het woord ‘passer’ leer je bijvoorbeeld pas in de bovenbouw kennen, en dan heb je dat woord nooit in je moedertaal geleerd.”
Hoe licht je medeleerlingen in als er een anderstalig kind in de klas komt?
“Niet alleen als leerkracht is het spannend om anderstalige leerlingen in de klas te hebben, dat is het ook voor de medeleerlingen. Bereid leerlingen voor op de komst van een anderstalige leerling. Leg uit dat de nieuwe leerling geen Nederlands spreekt, en dat jullie hem daar met zijn allen een beetje bij moeten helpen. Zeg dat het voor de nieuwe leerling ook spannend is en wijs eventueel een maatje aan. Zo heeft de nieuwe leerling iemand waar hij op terug kan vallen."
"De leerlingen onderling gaan vaak heel goed om met anderstalige leerlingen. Maak je daar als leerkracht dus niet te druk om. Kinderen hebben heel weinig moeite met non-verbale communicatie. Dat zie je ook als Nederlandse kinderen op een Franse camping terechtkomen: ze maken snel vrienden met anderstaligen.”
Hoe betrek je de anderstalige leerling bij de lessen?
“Als er aan de basisbehoeften wordt voldaan, wil je de leerling betrekken bij de lessen. Natuurlijk wil je dat de leerlingen de taal gaan leren, maar dat kun je ze niet de hele dag laten doen. Bovendien leert de leerling de taal de hele dag door: simpelweg door de taal te horen en te communiceren met klasgenootjes. Vooral bij gym en tekenles is er veel leergelegenheid, omdat daar veel communicatie plaatsvindt.”
“In de reguliere lessen is het belangrijk dat je de ongelijkheid tussen de Nederlandstalige en anderstalige leerlingen erkent. Differentieer daarom: is de geschiedenisles te moeilijk? Laat de anderstalige leerling een tekening maken over het onderwerp en laat hem er vijf Nederlandse woorden bij schrijven.Het komt voor dat de Nederlandstalige leerlingen dat oneerlijk vinden, maar vaak hebben ze er begrip voor."
"Ook kun je ervoor kiezen om de anderstalige op hetzelfde niveau te laten werken, maar dan in zijn/haar eigen taal. Laat het eventueel naderhand vertalen met behulp van internet. Wees creatief, maar maak er niet te veel werk van. En accepteer dat ze niet meteen mee kunnen doen. Dat is normaal. Maar blijf kijken naar wat er allemaal wél kan.”
Wees creatief, maar maak er niet te veel werk van. En accepteer dat ze niet meteen mee kunnen doen. Dat is normaal.
“Kijk ook naar wat voor lesmateriaal er al is binnen je school, voordat je zelf opdrachten gaat ontwikkelen. Dat kost onnodig veel tijd. Iemand die geletterd is in een ander schrift dan het Latijns, moet nog leren schrijven met ons alfabet. Om dat te oefenen pak je gemakkelijk een schrijfschrift uit groep drie. Zo kunnen ze zelfstandig oefenen.”
Wat zijn typische valkuilen van leerkrachten met anderstalige kinderen in de klas?
“Je ziet vaak dat een docent te graag wil dat een anderstalige leerling meteen meedoet met het curriculum. Het is vaak goed bedoeld, maar ze maken het zichzelf daardoor veel te moeilijk. Stel niet te hoge eisen aan jezelf, én aan de leerling. Kijk naar wat een leerling kan, net zoals je dat bij Nederlandstalige kinderen doet.”
“Daarnaast zie je vaak leerkrachten die vermijdingsgedrag vertonen. Ze vinden het spannend om een anderstalige leerling te helpen en zijn daarom terughoudend. Dit is niets om je voor te schamen, want veel collega’s zullen het net zo ervaren. Maak het dus bespreekbaar en begin erover in de lerarenkamer. Zo kunnen jullie van elkaar leren.”
Lees verder
We hopen dat je na het lezen van dit artikel weet hoe je jouw anderstalige leerlingen kunt helpen. Wil je meer lezen over dit onderwerp? Bekijk de andere artikelen in het NT2-dossier NT2 voor kinderen.