Mentoren in het voortgezet onderwijs vragen zich vaak af hoe ze het beste invulling kunnen geven aan hun taak als leerlingbegeleider. Vanuit een duidelijke en expliciete visie op onderwijs en leerlingbegeleiding geven de auteurs handvatten voor de praktijk.
Door de herkenbare praktijksituaties en de verwijzingen naar relevante literatuur en websites is dit boek een must voor elke (beginnende) mentor. Niet alleen (aanstaande) mentoren in het voortgezet onderwijs, maar ook docenten-in-opleiding, vakdocenten, schoolleiders en leerlingbegeleiders zullen voldoende concrete aanwijzingen vinden voor de pedagogische begeleiding van hun leerlingen.
1 Inleiding
2 Leerlingen in beeld
3 De school als pedagogische omgeving
4 Organisatie van het mentoraat op school
5 Begeleidingsgesprekken
6 Leerlingen begeleiden bij het leren
7 Leerlingen begeleiden bij de psychosociale ontwikkeling
8 Leerlingen begeleiden bij keuzes op school
9 De leef- en werksfeer begeleiden in de klas
10 Ouders
11 Als mentor sta je niet alleen
Literatuur
De auteurs van dit boek trainen mentoren in het voortgezet onderwijs in het pedagogisch begeleiden van 12-tot en met 18-jarigen. Die mentoren doen hun werk op basis van een visie waarin intensief contact, vertrouwen en zorg voor autonomie en eigenheid van de jeugdigen essentieel zijn. Over die visie gaan de eerste drie hoofdstukken. Chapiter vier is gewijd aan de organisatie van het mentoraat en vijf bespreekt de noodzakelijke begeleidingsvaardigheden. De hoofdstukken zes tot en met acht gaan in op onderwerpen in de gesprekken met individuele leerlingen: het leren, het welbevinden en het maken van keuzes. Hoofdstuk negen geeft handvatten voor het creeren van een goed en veilig leef -en werkklimaat en in tien en elf staat de samenwerking met ouders en collega`s centraal. Er is geen aandacht voor de omgang met allochtone leerlingen en hun ouders. Het boek is niet geïllustreerd, heeft een zeer actuele bibliografie en bijlagen met verslag- en planningsformulieren voor het dagelijkse werk als mentor. Het is ook bedoeld voor ouders, het managementteam van de school en externe coaches.
Deze recensie is geschreven door Jos Weinberg.
Weinig mensen die niet direct betrokken zijn bij het mentoraat in het voortgezet onderwijs, zullen een goed idee hebben van de complexiteit van die functie. Iedereen kan zich wel voorstellen wat een docent doet, maar een mentor? Toch is de docent tegenwoordig vrijwel altijd mentor en wat dat kan inhouden komt in dit boek helder naar voren.
De auteurs zijn pedagogen, werkzaam als lerarenopleider en trainer van mentoren. Ze hebben een duidelijke visie op de pedagogische opdracht van de school en de rol van de mentor in dezen. Nadat ze leerlingen in de leeftijdsfase van 12 tot 18 gekarakteriseerd hebben, belichten ze de school als pedagogische omgeving.
Leerlingbegeleiding is een zaak van iedereen op school, maar de mentor is eerstverantwoordelijke in relatie tot concrete leerlingen in diens mentorklas. En al wordt de mentorfunctie in verschillende scholen nogal verschillend ingevuld, duidelijk is dat het om een veeleisende functie gaat, die vaak onder minder riante condities dient te worden vervuld door toch al pittig belaste docenten. Zonder meer noodzakelijk is dat de school voor alle betrokkenen duidelijk omschrijft welke invulling ze aan de mentorfunctie wil geven, zodat de mentor weet waar die aan toe is en ook duidelijke grenzen kan trekken. Nodig is tevens het scheppen van een stevige ondersteuningsstructuur, in de vorm van bijvoorbeeld mentorenoverleg, intervisie, het formeren van een databank met good practices, een duidelijke verbinding met een Zorg en Advies Team (ZAT) waarin ook deskundigen van buiten de school zitting hebben.
De taken van de mentor hebben betrekking op de volgende belangrijke gebieden: begeleiden - zowel individueel als in groepsverband - bij het leren leren (studievaardigheden, studieplanning), bij de psychosociale ontwikkeling en psychosociale problemen (bijvoorbeeld bij stagnatie door conflicten in de thuissituatie, depressie, faalangst), bij keuzes op school (kiezen van schooltype, richtingen, vakken, vervolgopleiding), en bij het optimaliseren van de leef- en werksfeer in de klas. Ook contacten met ouders horen erbij, rapportage in het leerlingdossier, inbreng in de leerlingbespreking, verwijzen naar het ZAT. Aan al deze (begeleidings)taken hebben Groothuis en Verkuyl zeer toegankelijke en met veel casuïstiek gelardeerde hoofdstukken gewijd. Uitvoerig wordt ingegaan op professionele gespreksvoering, de vertrouwensrelatie met de leerling en de reikwijdte van de verantwoordelijkheid van de mentor.
De lezer wordt steeds betrokken bij prangende praktijkvragen en -dilemma`s (Hoe ga ik om met leerlingen die niet begeleid willen worden? Hoe voorkom ik dat ik problemen van leerlingen mee naar huis neem? Hoe kan ik als mentor het best bemiddelen tussen een klas en een collega waarover die klas klaagt?) en daarbij geprikkeld tot stellingname. Maar ook de auteurs geven hun visie,die steeds verband houdt met hun kijk op de pedagogische opdracht van de school en de functie van de mentor, zoals ze die in het begin van het boek uiteengezet hebben. Al zal niet elk onderdeel voor elke lezer even nieuw zijn, bijvoorbeeld de uitgebreide uiteenzetting over gespreksvoering, het gaat hier om een bruikbaar, toegankelijk en op een consistente visie gebaseerd boek voor mentoren, leden van het managementteam en het ZAT.
Wie van dit boek heeft kennisgenomen zal de functie van mentor niet gauw meer onderschatten.
Deze recensie is geschreven door Nel Jagt - supervisor van onder meer docenten/ mentoren.
You need a business account to order this product. You are currently logged in with the email address: .
Would you like to use this email address for your business account?
Use a different email address for business account Use current email address for business account