Jongeren met problemen gedijen bij zelfgekozen mentor
Minder bemoeienis van jeugdzorg
Vooral gezinnen waar zich meer problemen tegelijkertijd afspelen doen een beroep op jeugdzorg, terwijl blijkt dat voor complexe problematiek juist weinig tot geen oplossingen zijn. Ook werd er onlangs in een rapport van de Inspectie Gezondheidszorg Jeugd vermeld dat met een deel van de gezinnen het beter ging met minder bemoeienis door hulpverleners als gevolg van de coronamaatregelen. Dit brengt ons tot een van de problemen: professionals duwen – onbedoeld – niet-professionals zoals familieleden, buren en sportcoaches uit beeld. Terwijl juist deze personen een belangrijke rol spelen in het opvoeden en opgroeien.
Samenwerking tussen professional en niet-professinal
Een recente studie door Levi van Dam en Suzanne de Ruig laat zien dat juist bij jongeren met meerdere problemen de combinatie van de kennis van een zelfgekozen mentor (JIM) en professional effectief is. Daarnaast leidt de inzet van deze niet-professionals ook tot de nodige kostenbesparing voor de jeugdhulpinstellingen, die vanwege de aanhoudende bezuinigingen in financieel zwaar weer zitten. Toch moet deze verschuiving niet gemotiveerd worden door financiële redenen, want de verschuiving naar een circulaire jeugdhulp vraagt op korte termijn om een investering van gemeenten en instellingen.
Het volledige artikel kun je lezen op de website van de Volkskrant.
Meer lezen over circulaire jeugdhulp?
De JIM-aanpak is overal te vinden: op school, in de buurt, in jeugdzorg en in de ggz. Minderjarige vluchtelingen hebben een JIM, net als zwerfjongeren, pleegkinderen en jongeren met een (verstandelijke) beperking. Sinds de verschijning van De JIM-aanpak in 2016 werken steeds meer mensen met JIM (Jouw Ingebrachte Mentor). Ruim veertig instellingen zijn inmiddels getraind in deze nieuwe benadering. Circulaire zorg is de opvolger van De JIM-aanpak en laat zien waar JIM nu staat en welke mogelijkheden er zijn voor een nieuwe kijk op de jeugdhulpverlening.