Taaleis voor arbeidsmigranten

Een taaleis voor buitenlandse werknemers die structureel in Nederland werken in een gecertificeerd beroep is bijvoorbeeld belangrijk omdat werknemers in een noodsituatie goed met elkaar en met de hulpdiensten moeten kunnen communiceren. Het vereiste niveau van de Nederlandse taalvaardigheid hangt hierbij af van de werkzaamheden en verantwoordelijkheden van de werknemer.

Minister Ascher zal voorlopig de taaleis nog niet verplichten voor alle sectoren waar het niet beheersen van de Nederlandse taal het risico op een ongeval doet toenemen. De minister heeft bepaald dat bedrijven zelf moeten kunnen inschatten of een gebrekkige kennis van de taal een veiligheidsrisico kan vormen. Wel gaat de Inspectie SZW controleren of aan de taaleis wordt voldaan. Is dit niet het geval, dan kan zowel de arbeidsmigrant als de werkgever hiervoor een boete krijgen. De verantwoordelijkheid voor de taalbeheersing van buitenlandse werknemers ligt dus bij de werknemers en de werkgevers.

Werknemers - zelfstandige voorbereiding

In 2012 heeft het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ter bevordering van de taakbeheersing van buitenlandse werknemers het pakket Zelf Starten Met Nederlands laten ontwikkelen. In dit pakket zit alles wat iemand nodig heeft om te leren lezen, luisteren, spreken en schrijven in het Nederlands. Daarnaast geeft het pakket praktische informatie over werken en wonen in Nederland.

Zelf starten met Nederlands is verkrijgbaar in drie talen: Bulgaars, Pools en Roemeens

Werkgevers - taallessen

Maatregelen die werknemers kunnen nemen zijn bijvoorbeeld het aanbieden van taallessen of alleen mensen aannemen die de taal voldoende spreken. Voor taaldocenten ligt er een kans om in te springen op de behoefte voor meer taal op de werkvloer. Voor taaldocenten biedt het ITTA bijvoorbeeld dit najaar een korte docentenopleiding Nederlands op de Werkvloer aan met open inschrijving. Bij Boom verschijnt in september de methode Taal werkt beter, een taakgericht werkboek dat aansluit bij de vakopleiding en de werkvloer.