Laat je cursisten oefenen met small talk
Small talk
Lekker weertje he? Lekker? Laat me niet lachen! Het lijkt wel herfst! Nou, nou, nou, niet overdrijven hoor, het is nog twintig graden hoor! Praatjes over het weer, we maken er vaak grapjes over in Nederland. Maar wist je dat dit soort ogenschijnlijk oppervlakkige gesprekjes een functie hebben, zeker voor NT2-cursisten?
We hebben het hier over small talk, willekeurige korte gesprekjes over willekeurige onderwerpen. Bijvoorbeeld over hoe je weekend is geweest, over het weer of over dat ene leuke restaurant waar je gisteren hebt gegeten. Uit enquêtes en evaluaties bij (half- en ver)gevorderde leerders van het Nederlands kwam naar voren dat NT2-cursisten een duidelijke behoefte hadden om small talk, alledaagse gesprekjes, te kunnen begrijpen én daaraan, het liefst vloeiend, deel te nemen.
Een logische behoefte, want small talk is heel belangrijk, bijvoorbeeld voor het leggen van het eerste contact met je gesprekspartner. Voor NT2-cursisten komt hier nog een extra functie bij. Voor hen fungeert small talk als het ware als een springplank voor het bouwen van zelfvertrouwen om gesprekken aan te gaan. Na een kort gesprekje heb je eigenlijk aangegeven dat je graag contact wilt maken. Het ijs is gebroken is en de weg is vrijgemaakt voor verdere gesprekken.
Hoe knoop je een gesprek aan?
Docenten benadrukken vaak het belang van oefenen, oefenen, oefenen in de praktijk. Toch kan die drempel voor veel cursisten hoog zijn. Je kunt je waarschijnlijk wel voorstellen dat cursisten zich buitengesloten kunnen voelen als ze ergens binnenkomen en de gesprekken vliegen ze om de oren? Waar begin je dan? Hoe knoop je een gesprek aan? Deze onzekerheid heeft niets met de spreekvaardigheid te maken, soms zitten zorgen en onzekerheid gewoon teveel in de weg. Een makkelijke manier om dit weg te nemen, is het oefenen van small talk in de NT2-les.
Oefenen met spreken in de les is niet nieuw. Maar wat is dan het verschil tussen small talk en spreektaal? Small talk is altijd spreektaal, maar niet alle spreektaal is small talk. Met andere woorden, met spreektaal bedoelen we alle gesproken taal. Small talk is een verzamelnaam voor informele gesprekjes die niet gevoerd worden vanwege de inhoud, maar vanwege het gesprek zelf.
Waarom is small talk moeilijk?
Goed, small talk is dus belangrijk voor NT2-cursisten en moet geoefend worden, vooral omdat het juist voor deze groep extra moeilijk is om dit soort gesprekken bij te houden. De gesprekjes lijken wat betreft woordenschat en grammatica namelijk heel simpel, maar dat is schijn. Ze vragen grote alertheid, een flinke woordenschat (o.a. uitdrukkingen en ander idioom) en vaak kennis van de omgeving waarin het gesprek plaatsvindt. Als je de gesprekjes wat beter bestudeert, vertonen de gesprekken een aantal kenmerken, zowel lexicaal als grammaticaal.
Zo is het tempo van de gesprekken hoog; er is geen inleiding of lange beginzin, soms wordt er al lopend gepraat en is het gesprekje alweer voorbij voordat je er erg in hebt. Verder is de toon licht; er wordt niet nadrukkelijk gepraat maar als het ware ‘tussen neus en lippen door, en zo mogelijk met een grapje, woordspeling of een cliché: ‘hè hè, ‘t is weer maandag!’. Dit soort gesprekken bevat ook veel spreektaal (snappen, nogal wiedes, op je falie, ís ook zo) met uitroepen (aha!, nee hè!, ja hoor! welja!) en stopwoorden (eh..., nou..., zal ik maar zeggen, weet je wel). De halve of vaak onafgemaakte zinnen maken het volgen van dit soort gesprekjes soms ook lastig.
Oefenen met small talk
Om te oefenen met small talk hebben auteurs Conny Westdijk en Alied Blom, bekend van Tweede ronde van de reeks Nederlands voor anderstaligen, iets bedacht. Hun boek Koffiepraatjes is een verzameling korte en langere dialogen en meerstemmige gesprekken. Deze kunnen met de bijgeleverde audiobestanden online beluisterd en bestudeerd worden, hardop nagesproken en geoefend worden vóór of tijdens een les, individueel of in een cursus.
Dit laatste is een belangrijk onderdeel van het leerproces. De uitspraak en intonatie kan een groot verschil maken in de betekenis van sommige zinnen. Kijk maar naar het betekenisverschil in de volgende twee zinnen: ZO kan-ie wel weer versus Zo kan ie WEL weer.
Koffiepraatjes in de lespraktijk
De auteurs hebben de koffiepraatjes in hun eigen lespraktijk uitgeprobeerd. De reacties van cursisten zijn heel positief. ,,Ook in de les hebben we gezien dat de praatjes vaak het startsein zijn voor nieuwe conversaties, tussen de cursisten onderling maar ook met de docent als gesprekspartner. We hebben gesprekken gehoord over hoe je van mening kunt verschillen met collega’s of leidinggevenden, over de omgang met buren of vergadergedrag.
Het is heel leuk om te zien als een methode goed werkt.” En hoe werkt het in de praktijk? ,,Volgens de cursisten die ik gesproken heb, goed. Een van onze cursisten zei: ‘mijn buurman vroeg me: moest je ook krabben? En ik snapte hem! En ik kon antwoord geven!’ Een andere cursist zei dat hij nu beter een gesprekje op het werk DURFDE te beginnen.