Waarom KNM?
Bij aankomst in een nieuw land is alles anders. Niet alleen de taal, maar er komt heel veel nieuwe informatie op inburgeraars af. Het onderdeel Kennis van de Nederlandse Maatschappij (KNM) helpt hierbij. Bij KNM gaat het onder andere over hoe wij in Nederland met elkaar omgaan, over normen en waarden, de Nederlandse geschiedenis, het onderwijssysteem, wonen en de gezondheidszorg. En dat is natuurlijk best handig wanneer je Nederland nog leert kennen. Niet voor niets is KNM daarom al jarenlang een vast onderdeel van het inburgeringstraject. Maar hoe kun je cursisten goed voorbereiden op dit examenonderdeel?
Voor wie is KNM?
Op 1 januari 2021 trad de nieuwe Wet Inburgering in werking. Sindsdien kan er via drie routes worden ingeburgerd: de B1-route, de Z-route en de onderwijsroute. Om de B1-route en de Onderwijsroute te kunnen afronden moeten cursisten naast de vier taalvaardigheden ook het landelijke examen KNM afleggen. KNM is ook een onderdeel van de Z-route, maar inburgeraars die deze route volgen hoeven geen landelijk examen af te leggen, maar voeren een eindgesprek. Gezinsmigranten hebben al de toets Wet inburgering in het buitenland (Wib) gedaan op taalniveau A1 (lezen, spreken en KNM).
KNM in de NT2-les
KNM is steeds meer geïntegreerd in de NT2-lessen. Voorheen bereidden cursisten zich vooral zelfstandig voor op KNM of waren er aparte KNM-cursussen. Dat KNM nu vaak binnen de NT2-lessen wordt aangeboden is voor sommige NT2-docenten best even schakelen en veel docenten vinden het lastig om KNM in de les te behandelen.
Het KNM-materiaal is bovendien niet altijd heel functioneel. Het heeft vooral als doel om te oefenen voor het examen. Een veelgehoorde opmerking is dat de stof die wordt geoefend niet goed aansluit bij de dagelijkse realiteit van de cursisten, waardoor de kennis die ze opdoen niet goed is toe te passen.
Eigen interpretatie en ervaringen
Dat het anders kan en dat KNM-materiaal ook functioneel kan zijn laat de nieuwe module in LINK en LINK+ zien: de KNM-trainer. Hiermee kunnen cursisten zich op een functionele manier voorbereiden op het KNM-examen. Zo staan er in de KNM-trainer opdrachten waarmee cursisten leren wat ze aan de informatie hebben en hoe ze die kunnen gebruiken. Er is bovendien bewust ruimte gelaten voor de eigen interpretatie en ervaringen van de cursist.
Ook voor verschillen tussen Nederland en Nederlanders is aandacht, waardoor de cursusinhoud beter aansluit bij de realiteit. Voorafgaand aan ieder blok zijn er bovendien vragen en een groepsopdracht die helpen om vooruit te kijken en de link te leggen naar de kennis die cursisten al hebben over een bepaald thema. Zo wordt voorkennis geactiveerd en kunnen cursisten de nieuwe informatie beter plaatsen.
Vaste opbouw
De KNM-trainer is opgedeeld in thema’s en subthema’s die aansluiten op de landelijk opgestelde eindtermen. Deze thema’s hoeven niet lineair doorlopen te worden. Hiermee is er ruimte om de keuze voor een bepaald thema te laten aansluiten op de behoefte en leefwereld van de cursist. Of je kunt kiezen voor een thema dat aansluit bij je taalmethode. Onder ieder subthema vind je de opdrachten en bronnen volgens een vaste didactische opbouw:
- De woorden: dit is de herhaling van een de basiswoorden op A2 die cursisten nodig hebben om de informatie uit het subthema te begrijpen.
- De kennis: hierin wordt alle informatie gebaseerd op de eindtermen aangeboden in een of meerdere bronnen; vaak een leestekst (ook ingesproken), video (met transcript) of slideshow.
- De opdrachten: deze zijn bedoeld om de informatie uit de bron te verwerken. Dat doen cursisten zelfstandig en ze kunnen de opdrachten zelf meteen nakijken. Er zijn verschillende oefentypes: meerkeuzevragen, matchingsoefeningen en sleepoefeningen.
- Samenwerken: deze opdrachten doen cursisten samen in de les om de kennis uit het subthema te verwerken en toe te passen. Hier is extra ruimte voor eigen perspectief, meningen en ervaringen. Er zijn verschillende soorten opdrachten, zoals online zoekopdrachten, bespreekvragen en een verwerkingsopdracht.
- Reflecteren en controleren: cursisten krijgen een overzicht van wat ze moeten kennen voor het examen en geven in dit onderdeel zelf aan of ze deze kennis hebben of nog niet. Zo kun je als docent bepalen of er wellicht nog herhaling of verduidelijking van bepaalde onderdelen nodig is.
Activeren, inslijpen en verwerken
Voorafgaand aan ieder thema is het belangrijk de voorkennis te activeren. Hiervoor hebben de auteurs de groepsopdracht in het leven geroepen. De rol van de docent is hierin belangrijk. Je gaat vragen wat je groep wel en niet weet van het onderwerp en wat ze ervan vinden. De docenthandleiding geeft hier de nodige handvatten voor.
Nadat in de les het thema geïntroduceerd is, maken cursisten zelfstandig en buiten de les de overige opdrachten. Dat kan omdat alle kennis zowel te lezen als te beluisteren is en de stof zo laagdrempelig en aantrekkelijk mogelijk aangeboden wordt. Het materiaal is verrijkt met veel authentieke filmpjes, slideshows en infographics. De eindtermen worden vervolgens ingeslepen door veel te oefenen en door een oefentoets per eindterm te maken. In de afsluitende opdrachten gaan cursisten samen in de les aan de slag. Deze opdrachten zorgen ervoor dat de kennis verwerkt wordt.
Het echte KNM-examen
En dan is het tijd voor het echte examen. Na ieder thema hebben de cursisten al kunnen oefenen met een oefenexamen. Zo kunnen cursisten controleren of ze de stof voldoende beheersen, maar het zorgt er ook voor dat ze bekend raken met de werkwijze van het echte KNM-examen. Alle vragen zijn zoveel mogelijk op dezelfde wijze geformuleerd, bevatten audio en zijn altijd multiplechoicevragen. Behoefte aan meer oefenexamens? In de webshop verkopen we handige KNM oefenexamens. De officiële oefenexamens kun je vinden op de website van College voor Toetsen en Examens.
Extra vaart maken?
Wil je vaart maken en extra oefenen met KNM? Een handige tip is de website www.netinnederland.nl. Hier vind je allerlei filmpjes over uiteenlopende onderwerpen die aansluiten bij de KNM-thema’s, zoals Wonen & Werken en Politiek & Samenleving. In korte video’s en fotoreportages begeleidende begrijpelijke tekst worden verschillende onderwerpen en vragen in toegankelijke taal gepresenteerd.